Voor het eerst na ‘de’ vraag, kom ik Neutjes tegen. Ik wil net voor de vakantie nog even bij de kapper langs (sorry Daniel, Barbier) en ik bereid mezelf al voor om in de stoel een paar directe vragen te krijgen. Gelukkig blijven die uit maar uiteraard gaat het over het aankomende seizoen. Via pakjes en de nieuwe sjlager komen we uiteraard uit bij het onderwerp prinsen. Volgens Daniel zou het dit jaar een prins worden die een eigen bedrijf heeft, en we bespreken wat namen. Dit keer noemt hij mij helemaal niet, ik kom er dus goed vanaf. Ik lach even van binnen en ik besluit om de aanval als beste verdediging in te zetten en vraag of hij al is gebeld door Fer van Blauw-Wit. Hij ontkent en zegt dat hij mij dat zeker zou zeggen. Daarna hebben we het nog even over wie de selectie bij Blauw-Wit doet. Ik houd me nog een keer van de domme en vraag hem wie, buiten Ton, in de Wieze Road van het CCH zit. Tijdens het verhaal denk ik even terug aan het moment dat Ton mij toelichtte wie in de Wieze Road zit. We kletsen nog wat verder en nadat mijn coupe weer netjes en lekker kort was maken we een afspraak om die avond naar de verjaardag van Neut Vera te gaan. Hier zullen nog meer Neutjes aanwezig zijn.

Ik had die middag geappt met Neut en oud-sjtadsprins Marcel of hij en Anthony ook gingen maar zij waren verhinderd. Ik dacht bij mezelf; jammer voor de gezelligheid maar dat scheelt me weer wat oplettendheid. We rijden samen met Neuten Anna en Daniel naar Kerkrade en op de verjaardag van Vera zijn ook nog Michiel en Cindy van de Neutjes. De avond is heel gezellig en buiten van alles en nog wat hebben we het kort over de Sjlager met Michiel en Daniel. Plotseling roept Anna; maar uhh… Guy jij wordt de nieuwe Prins en kijkt mij met een lachend gezicht recht in mijn ogen aan. Ik schrik even en denk: oké nu komt het, opletten. Ze vraagt: En, heeft Ton je al gebeld? Ik denk niet na en zeg; Jazeker die heeft al gebeld. De rest van de sjtetisch die het gesprek niet meekreeg draait zich om en vragen: Wie wordt er Prins? Waarop Anna zegt: Ja Guy! Ik zeg: Ja blijkbaar. Gelukkig gaat het daarna snel over andere zaken. We hebben nog een hele gezellige avond en gaan dan naar huis. Thuis gekomen vraag ik Lucienne of ik me er een beetje uit heb kunnen redden en of ik niet stiekem toch wat heb vrijgegeven. Ze stelt me gerust en zegt dat ik goed heb gereageerd.